Rijksmuseum, over de totstandkoming van een uniek museum.

De collectie is vele honderden jaren geleden begonnen met de verzamelzin van een stadhouder en zijn vrouw. Later door zijn kinderen, die enkele mooie spullen erfden, de liefde voor die spullen uitbouwden en van generatie op generatie groeide er een collectie. De stadhouders hadden het geld om kunst te kopen en de positie om zich er in te verdiepen. Het was het toonbeeld van goede smaak.

Toen de laatste stadhouder in 1795 het land ontvluchtte, werd de collectie door de regering van de Bataafse Republiek in beslag genomen. Het grootste deel werd door de Fransen per schip naar Parijs gebracht.  Door bemoeienis van een minister kwam alles wat in Nederland was achtergebleven samen in een nationaal museum,  Nationale Kunst Galerij geheten,  in Huis ten Bosch in Den Haag.

Er werd een directeur aangesteld, de Amsterdamse kunsthandelaar Cornelis Sebille Roos en de eerste aankopen werden gedaan.

Toen Napoleon in 1806 de troon besteeg als koning van Holland ging het museum anders heten: Koninklijk museum.

Een paar jaar later verhuisde het museum in opdracht van Napoleon naar Amsterdam. Het werd samengevoegd met de kunstverzameling van Amsterdam en kon bezocht worden op de bovenverdieping van het Paleis op de Dam.  De Nachtwacht zat er toen ook bij. Apostool werd de directeur.

Nadat Willem 1 koning was geworden heette het de collectie van het Rijksmuseum en  verhuisde alles naar het Trippenhuis. Er werden prenten aan toegevoegd uit Den Haag en historische voorwerpen werden vanuit Amsterdam ondergebracht in het Kabinet der Zeldzaamheden in Den Haag.

De collectie groeide door nalatenschap en het samenvoegen van andere collecties met die van het Rijksmuseum Amsterdam.  In 1885 was het Rijksmuseum Amsterdam, het gebouw  tussen de Stadhouderskade en het museumplein af. P.J.H Cuypers had een prachtig gebouw afgeleverd voor prachtige kunstwerken.

Vlak voor de Tweede Wereldoorlog begon, werd een deel van de collectie in veiligheid gebracht. In het Rijksmuseum Amsterdam was toen plaats om tentoonstellingen te houden over hedendaagse kunst.

Vanaf april 1942 werd een groot deel van de collectie opgeslagen in een kluis in de grotten van de St. Pietersberg bij Maastricht.

Vanaf 2008 is Pijbes de directeur van het museum. Hij kijkt vast uit naar de heropening van het museum in april 2013.  Het museum is dan bijna tien jaar gesloten geweest vanwege een ingrijpende verbouwing en vernieuwing. Die is gestart onder de directeur  de Leeuw ‘ik ga niet verbouwen omdat ik zo van bouwen houd. Bij het Rijksmuseum wordt verbouwd, omdat wij vinden dat het museum als gebouw voor het ontvangen van jaarlijks meer dan een miljoen mensen niet optimaal meer functioneert.’ *

• Citaat uit het boek ‘passie voor de kunst’ door Koos de Wilt uit het interview met Ronald de Leeuw ‘Kunst is iets dat je deelt.’

 

KLIK HIER!!!